Op zaterdag 21 januari 2018 kon je op de cultuurbladzijden van ‘De Standaard’ een bijdrage lezen van Catherine De Kock in verband met het ongepaste gedrag van bepaalde museumbezoekers. In ons (voormalige) museum ‘Hof van Melijn’ hebben we gelukkig nog niet vaak echte beschadigingen van schilderijen kunnen constateren, op één keer na. Gelukkig kon toen de verzekering aangesproken worden zodat de schade (door een cultuurbarbaar?) grotendeels vergoed werd.

Detail van de Nachtwacht door Rembrandt, in 1975 doorkerfd. (foto door Rob Bogaerts/Nationaal Archief van Nederland)

Detail van de Nachtwacht door Rembrandt, in 1975 doorkerfd. (foto door Rob Bogaerts/Nationaal Archief van Nederland)

We nemen uit het bewuste artikel enkele voorbeelden en bemerkingen over. Muren die beschadigd worden, kauwgom die wordt gekleefd onder de houten banken van kapellen of kerken waar tentoonstellingen plaatsvinden, een vader die zijn kind voor een selfie op een beeldhouwwerk tilt, oneerbiedige mensen die in een hoek of in een biechtstoel van een expositiekerk plassen , onvoorzichtige (vaak occasionele) gidsen die met de punt van hun regenscherm details aanduiden op schilderijen … en ga zo maar door. Echte vandalenstreken waarbij schilderijen bijvoorbeeld met een mes, bijtend product of verf worden bewerkt, komen gelukkig nog niet zoveel voor!

Uit een rondvraag bij verscheidene musea blijkt dat het in Vlaanderen gelukkig nog best meevalt met het respect voor kunst en erfgoed. Een museum is echter voor velen geen sacrale ruimte meer om eerbied te betonen voor kunstwerken.

Catherine De Kock schrijft: ‘Musea die mee zijn met hun tijd, staan voor een moeilijke evenwichtsoefening: ze willen laagdrempelig zijn en een zo groot en divers mogelijk publiek aantrekken, maar die brede groep bezoekers is niet altijd even vertrouwd met de codes van kunst en de museumetiquette. Bovendien maken grote massa’s het moeilijk om over de veiligheid van de werken te waken.’

Armand Vilyn, voorzitter van de onthaalploeg van de Gentse Sint-Baafskathedraal zegt in dat verband : ‘Als je niet weet wat je ziet, kun je er ook geen eerbied voor opbrengen. Mensen zijn minder en minder vertrouwd met religieuze rituelen en symbolen. Zeker de jonge generatie weet amper nog waar bijvoorbeeld wijwater voor dient.’

Inderdaad, het zijn vooral de bijbelse, maar ook de mythologische en historische stukken die gewoon niet meer begrepen worden en dus als oninteressant worden beschouwd.

Vilyn stelt ook vast dat de lokale bevolking  oneerbiediger is dan de toeristen. Zij denken dat ze nog op het plein buiten de kathedraal staan. Ze passen zich totaal niet aan en lopen rond met hun frieten en hamburgers of likkend aan hun ijsje, terwijl ze dan met hun vingers aan eeuwenoude schilderijen zitten.

Voor de suppoosten wordt het dus steeds moeilijker. Ze moeten ogen op hun rug hebben. Bij schoolbezoeken worden de leerlingen dikwijls onvoldoende voorbereid en ter plaatse niet in toom gehouden. Ze zijn vaak heel onvoorzichtig bij het maken van hun selfies. Ze vooraf een educatieve workshop laten volgen kan een oplossing bieden.

OEI! Vaas van Jaime Hayon omgestoten (Groninger Museum)

OEI! Vaas van Jaime Hayon omgestoten (Groninger Museum)

Meestal gaat het niet om kwaadwilligheid maar eerder om onwetendheid. Bewustmaking is dus absoluut noodzakelijk, zeker wanneer men wil zoeken naar interactie met het publiek. Musea moeten duidelijk de grenzen vastleggen. In exposities van hedendaagse kunst nodigen sommige kunstenaars de bezoekers uit om de werken aan te raken. In de meeste musea waar het toch vooral gaat om belangrijk erfgoed kan met dit zo maar niet toestaan. Sommige mensen maken dat onderscheid jammer genoeg niet. Nu ja, de huidige generatie is zonder twijfel minder vatbaar voor autoriteit en geven dikwijls geen gevolg aan de opmerkingen van suppoosten. We kunnen het dan ook niet genoeg herhalen : ‘Bewustmaking is cruciaal!’

De cultuurbarbaren zijn natuurlijk niet altijd te vinden bij het publiek, maar soms eerder bij de zogenaamde hoeders van de kunst, zeg maar : de staat, de provincies, de gemeenten die verantwoordelijk mogen geacht worden voor het onderhoud van hun musea en andere instellingen die kunst herbergen.

Michaël Borremans: ‘De Maagd’ (fresco). De strepen die bij het werk hoorden werden overijverig weggepoetst.

Michaël Borremans: ‘De Maagd’ (fresco). De strepen die bij het werk hoorden werden overijverig weggepoetst.

Regelmatig vernemen we dat in de daarvoor ingerichte gebouwen na een tijd van verwaarlozing insijpeling van water wordt geconstateerd. Waterlekken ontstaan door slecht onderhouden daken, door vochtopslorpende muren. Vocht is natuurlijk nefast voor schilderijen, aquarellen, etsen en tekeningen.

Trillingen door het nabije verkeer of veroorzaakt door zware machines die gebruikt worden bij bouwwerken in de omgeving bedreigen dikwijls de wankele funderingen, met het gevolg dat er schade berokkend wordt aan de tentoongestelde of opgeslagen werken en/of aan de omlijstingen, zodat dringende restauratie zich opdringt.

Gebrek aan geld, maar vaak ook gebrek aan interesse zijn de oorzaak van het feit dat het onderhoud door de autoriteiten op de lange baan wordt geschoven. Ook hier is bewustmaking cruciaal!

Herman De Vilder