“Herinnering aan een geliefd venster”
Ik zal maar met de deur in huis vallen : dit is een zeer mooie en zorgvuldig opgebouwde tentoonstelling in het Leuvense Museum M. De wetenschap tot welk isme deze schilder nu eigenlijk behoort, lijkt me minder relevant dan de soms wrange charme die zijn werk uitstraalt. Het was de eerste maal dat ik Tytgat van nabij mocht bekijken en ik kan u verzekeren dat kijkgenot gegarandeerd is.
Museum M brengt met deze tentoonstelling hulde aan een volksverteller die begaafd was met een authentiek schilderstalent: “Net zoals de cineasten van zijn tijd, verbeeldde hij een wereld vol fantasie, absurditeit en humor”, zo lezen we op de website van de tentoonstelling. Conservator van Museum M Peter Carpreau en cineast Gust Van den Berghe stellen in het voorwoord van de catalogus dat Tytgat veel méér was dan een naïeve volksschilder en dat zij hopen dat een van de meest hardnekkige vooroordelen rond deze schilder met deze tentoonstelling uit de wereld wordt geholpen. ‘Herinnering aan een geliefd venster’ toont een 70-tal werken van Tytgat uit museale en privécollecties die Tytgat als een fijngevoelig en visionair kunstenaar in het licht stellen. Chronologisch zijn er natuurlijk heel wat hiaten en weinig getoonde werken dateren van vóór 1920; maar men moet weten dat deze tentoonstelling niet als overzicht bedoeld is, maar “als een aanzet tot het begrijpen van dit grote, nog onbekende verhaal”. Voor de volledigheid : als mede-curator wordt op de achterflap Klara Rowaert geciteerd.
Ik moge nogmaals terugkomen op de (verwarrende) onduidelijkheden die de bezoeker op het verkeerde been zetten bij de voorbereiding van zijn bezoek aan M. In het boek ‘Un Art Belge’ (Racine) van Michael Palmer stelt de schrijver dat Permeke, Gustave De Smet en Frits Van den Berghe in feite de (Belgische) expressionisten vertegenwoordigden (“c’est ce trio ... que Sélection considérait comme représentant l’expressionisme flamand”). Het is in deze omgeving dat Tytgat opduikt in Palmers bespiegelingen over de Vlaamse expressionisten. In hetzelfde hoofdstuk worden bijvoorbeeld Jean Brusselmans en Floris Jespers samen met de Brabantse Fauvisten rond Rik Wouters geplaatst.
De catalogus van het Brusselse Museum voor Moderne Kunst citeert Tytgat naast de expressionisten en meer bepaald onmiddellijk na Frits Van den Berghe : “In de omgeving van deze kern expressionisten moeten we ook Edgard Tytgat situeren. Hij was bevriend met de Latemse schilders. Zijn grafische kunst wordt soms als ‘naïef’ bestempeld.” Verder staat er te lezen dat “Tytgat dicht bij het symbolisme en het impressionisme stond”. In een korte biografie van Tytgat lezen we trouwens dat hij in 1923 lid werd van de “Kunst van heden”, groep der IX, samen met Permeke, Gust De Smet e.a. Dit verklaart veel.
In het boek van M – Museum Leuven wordt dit kunsthistorisch uitgangspunt gelukkig omzeild en gaat alle aandacht naar de analyse van Tytgats grandioze picturale vertelkunst en de wereld die hem inspireerde. Dit wordt mede bereikt door het overwicht van het beeld op het woord in de catalogus : haast 4/5de ervan bestaat uit foto’s en afbeeldingen van schilderijen. Dit is wat ik ook zal doen: aan de hand van een viertal topwerken een indruk geven van de grote kwaliteit en de bijzonder esthetische vertelkunst die aan de Leuvense muren hangen.
De kracht van Edgard Tytgat is dat hij zó herkenbaar is.
Zijn schilderij ‘Meisje op mansarde’ (1950) staat als het ware op ons netvlies gebrand en de behandeling van het naakt – in gedempt oranje en met malse penseeltoets - doet onvermijdelijk aan de Latemse School denken. Het tytgatiaanse decorum is onmiskenbaar aanwezig in dit iconische doek : het open zolderraam, de lege stoelen, de plankenvloer, het ondeugend tafereel: zoals in menig doek van de schilder zijn de opgevoerde figuren verstild en bewegingloos, alsof zij in een stolp poseren.
Een tweede doek dat mij een schokje van herkenning bezorgde, dateert van … 1916 : ‘Het model’. 34 Jaren vroeger geschilderd, en duidelijk ook in een lossere, minder gestreken stijl. Zoals bij Rik Wouters en zijn werk ‘De dame met het gele halssnoer’ (1912) baadt dit schilderij in het licht en straalt het een grote spontaneïteit uit. De schaarsheid aan vroeger werk in de getoonde collectie zal wel te maken hebben met het feit dat de schilder vóór 1914 minder prominent aanwezig was op de nationale kunstscène en dat hij pas in 1920 terug was uit Londen. Hij was er gevlucht in 1914, met o.m. Permeke en Daeye. Ik heb de indruk dat vooral zijn kontakten en vriendschap met de Vlaamse expressionisten tot een ander palet geleid hebben, waarin blauw en groen vervangen werden door okers, bruinen en warme aardekleuren. Maar zijn voorliefde voor zorgvuldig getekende orkesten, circustaferelen, paardenmolens, mythische taferelen, Adam en Eva, legenden en fabels, interieurs en kloosterpanden,… is gebleven en bepaalt de kinderlijke uitstraling die van zijn werk uitgaat.
�
Onbemande landschappen zijn een zeldzaamheid bij Tytgat. Horizonten, de schaduw van de wolken, de bladermassa’s… lijken hem niet te bekoren, hij observeert wat aan zijn raam voorbijtrekt. Een ander typisch werk van Tytgat is het schilderij ‘De spreekkamer’ (1932), dat compositorisch uniek is in de schilderkunst van die tijd. De ingrediënten zijn: het lichtgevend venster, de plankenvloer, de lege stoelen en vooral de twee religieuzen die daar roerloos naast elkaar zitten, gekleed in zwart en warm grijs tegen een achtergrond van oranje-beige. Eenheid van vorm en inhoud. Tytgat straalt ironische rust uit en een innerlijk mysterie dat blijft beklijven.
Tenslotte is er een doek uit 1926 met een verwant koloriet en dezelfde innerlijke wereld en elegantie oproepend: ‘Inspiratie’. Ik citeer het graag als synthese van het kunnen van de meester. De schilder staat er in rok aan zijn ezel als een soort Maurice Chevalier, met grijze broek en lange haardos in dezelfde kleur. In de kamer zweeft het model in poppenkleuren op een wolkje, luisterend naar de aanwijzigingen van de modieus geklede schilder. Het geheel is zo nostalgisch en harmonieus geborsteld dat men er urenlang naar kan kijken.
Tijd voor een synthese
Niveau 1 in M toont een verrassende collectie van bekende en minder bekende werken van Meester Tytgat en is een feest voor het oog. Hij schilderde de verhalen die als een processie aan zijn raam voorbijtrokken of zijn droom- of kinderwereld bevolkt. Een explosie van plastische kracht, geraffineerd koloriet en zuivere tekening van een meester-verteller.
Ward Lernout